Kerntaak 1 Toepassen van media in de beroepscontext


Vakkennis en vaardigheden

De beginnend beroepsbeoefenaar:

  • heeft kennis van de gemedialiseerde beroepscontext
  • heeft kennis van de mogelijkheden en beperkingen van media
  • heeft kennis van de complementaire functie van technologie en (sociale) media in de beroepscontext
  • heeft kennis van de werking van algoritmes, beeldrecht en plagiaat
  • heeft kennis van het waarborgen van privacy (online)
  • kan uiteenlopende effecten van de medialisering op de beroepscontext analyseren
  • kan online samenwerken met collega's en andere professionals
  • kan online netwerken en toepassingen inzetten om een bijdrage te leveren aan de online identiteit van de organisatie
  • kan mediatoepassingen en effecten daarvan uitleggen aan collega's en cliënten/patiënten
  • kan het gebruik van media en reflectie daarop stimuleren bij collega's en cliëntenpatiënten
  • kan de voordelen en eventuele risico's van mediagebruik uitleggen aan collega's en cliënten/patiënten

_________________________________________________________________

Werkproces 1
Zet mediatoepassingen in binnen de beroepscontext

_________________________________________________________________
Omschrijving
De beginnend beroepsbeoefenaar kan verschillende mediatoepassingen inzetten binnen de beroepscontext. Zij oriënteert zich binnen mediaomgevingen waarin apparaten, content en toepassingen op meerdere manieren met elkaar verbonden zijn of verbonden kunnen worden (zoals intercollegiale netwerken). Zij blijft op de hoogte van ontwikkelingen in haar vak of rondom de organisatie door middel van online netwerken en toepassingen. Ze levert een bijdrage aan de online identiteit van de organisatie.

Zij weet hoe zij veilig kan werken binnen de professionele mediaomgeving. Zij houdt hierbij rekening met privacy (van derden) en is zich bewust van de werking van algoritmes, zoals in de administratie van overheden, zorginstellingen en -verzekeraars.

_________________________________________________________________
Resultaat
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft mediatoepassingen veilig ingezet in haar beroepscontext. Zij heeft apparaten, content en

toepassingen op meerdere manieren met elkaar verbonden.
_________________________________________________________________
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar:

  • analyseert adequaat de uiteenlopende effecten van de medialisering in de beroepscontext;
  • werkt efficiënt binnen (de) professionele mediaomgeving(en);
  • monitort zorgvuldig de (online) privacy in haar werkzaamheden;
  • kan effectief omgaan met ethische en juridische aspecten van mediatoepassingen;
  • zet online netwerken en toepassingen effectief in ten behoeve van de online identiteit van de organisatie
  • zorgt ervoor goed op de hoogte te zijn en blijven van nieuwe producten en diensten. De onderliggende competenties zijn: Presenteren, Analyseren, Instructies en procedures opvolgen, Leren

_________________________________________________________________

Werkproces 2:
Realiseert professionele doelen met media

_________________________________________________________________

Omschrijving
De beginnend beroepsbeoefenaar onderzoekt de mogelijkheden om eigen professionele doelen en die van de organisatie te realiseren met behulp van mediatoepassingen, bijvoorbeeld i.v.m. eenzaamheid bij ouderen. Zij verbindt verschillende ervaringen met media, principes over media en kennis van media om een situatie of taak aan te pakken. Ze ontwikkelt een strategie om optimaal met media om te gaan om professionele doelen te bereiken. Ze oriënteert zich op (nieuwe) mediatoepassingen en -applicaties ten behoeve van haar strategie. Vervolgens zet zij media in om professionele doelstellingen te realiseren. Ze integreert (nieuwe) mediatoepassingen binnen de beroepscontext. Op basis van haar handelen reflecteert zij en maakt zij weloverwogen keuzes om het mediagebruik te optimaliseren ten behoeve van haar beroep.

_________________________________________________________________
Resultaat
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft professionele doelen gerealiseerd door middel van media.
_________________________________________________________________
Gedrag

De beginnend beroepsbeoefenaar:

  • bestudeert effectief kansen en mogelijkheden om doelen te realiseren met behulp van mediatoepassingen;
  • toont zich vindingrijk bij toepassingsmogelijkheden van (nieuwe) mediatoepassingen binnen haar beroep;
  • ontwikkelt een doelgerichte strategie om media in te zetten voor het bereiken van professionele doelen;
  • reflecteert effectief op haar mediagebruik in de beroepscontext;
  • houdt effectief rekening met de belangen van cliënten/patiënten bij het bepalen van een strategie;
  • houdt adequaat rekening met verschillende perspectieven op het gebruik van media bij het bepalen van een strategie.

De onderliggende competenties zijn: Onderzoeken, Creëren en innoveren, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten

_________________________________________________________________

Werkproces 3
Bevordert mediawijsheid en het gebruik van media door collega’s en cliënten/patiënten

_________________________________________________________________
Omschrijving
De beginnend beroepsbeoefenaar initieert zowel individueel als in collectief verband veranderingen door middel van mediatoepassingen en geeft deze (mede) vorm. Zij ondersteunt collega's en cliënten/patiënten om mediatoepassingen te gebruiken. Daarbij bevordert zij mediawijsheid bij collega's en cliënten/patiënten, door bijvoorbeeld het bewust gebruik van sociale media of het beschermen van de privacy van de cliënt/patiënt.

_________________________________________________________________
Resultaat
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft het gebruik van media door collega's en cliënten/patiënten bevorderd en hierbij mediawijsheid vergroot.

_________________________________________________________________
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar:

  • legt mediatoepassingen en effecten ervan goed uit aan collega's en cliënten/patiënten;
  • draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan professionals uit andere sectoren/werkvelden;
  • werkt online verbindend samen met collega's en andere professionals;
  • ondersteunt collega's en cliënten/patiënten effectief bij het gebruiken van nieuwe mediatoepassingen;
  • stimuleert effectief het gebruik van media en de reflectie daarop bij collega's en cliënten/patiënten;
  • kan effectief het gesprek aangaan over het gebruik van verschillende toepassingen in de beroepscontext;
  • legt de voordelen en eventuele risico's van mediagebruik helder uit aan collega's en cliënten/patiënten;
  • houdt effectief rekening met ethische aspecten en belangen van collega's en cliënten/patiënten bij het gebruik van (nieuwe) mediatoepassingen.


De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Ethisch en integer handelen, Presenteren, Vakdeskundigheid toepassen